Dit fraaie landschap wordt gedomineerd door een houten stellage, even buiten een dorpskern. Het is een overtoom, een sterk staaltje Nederlands vernuft.
Sinds het begin van de 17e eeuw konden met dergelijke constructies vaartuigen uit het water over de dijk worden gesleept. Hiermee werd zonder tussenkomst van een schutsluis het hoogteverschil tussen twee waterwegen overbrugd. Links van de overtoom zijn enkele figuren te zien, die wellicht wachten op het moment waarop hun boot over de dijk wordt gesleept.
olieverf op doek, 120 x 169 cm
Een van de pijlers onder de economie van de Republiek was het extreem efficiënte netwerk van trekvaarten. Er gold een dienstregeling van meerdere afvaarten per dag tussen de verschillende steden. Voedsel, turf, zand, brieven en personen werden vervoerd met een snelheid van vijf kilometer per uur.
Anton Mauve had een depressieve aanleg, maar kon zijn vrienden altijd goed opbeuren: “Kom kerel, allemaal gekheid, jij kunt het, jij bent op de goede weg, een helder hoofd, een opgewekt gemoed, een lekkere sigaar aangestoken, het schetsboek onder de arm en dan in de lieve natuur, dat is alles wat wij nodig hebben.”
olieverf op doek, 35 x 32 cm
legaat van de heer J.B.A.M. Westerwoudt, Haarlem
In de buurt van zijn woonplaats Den Haag schilderde Maris deze hoge brug. De olijfkleurige korstmossen op de stenen van de brug vormen een mooi contrast met de oranje pannendaken verderop. De zandschipper steekt een pijpje op en de vrouw links draagt een juk met twee melkemmers.
olieverf op doek, 42 x 74 cm
legaat van de heer C.D. Reich
Johannes G. Vogel was een leerling van Andreas Schelfhout. Hij hertrouwde in 1892 met de schilder Margaretha Roosenboom, kleindochter van Schelfhout. De landschappen van Vogel zijn tamelijk onbekend bij het grote publiek. Het opvallend langgerekte formaat van het schilderij onderstreept het horizontale karakter van het landschap.
olieverf op doek, 31 x 69 cm
schenking van H.P.M.A. Vogel - Molenkamp, Haarlem
Gabriël schilderde tot op hoge leeftijd buiten in de omgeving van Kortenhoef; de plassen, de molens, het riet en de knotwilgen. Deze omgeving is naar hem genoemd: ‘Het land van Gabriël’.
De Kortenhoefse Plassen worden tegenwoordig beheerd door Natuurmonumenten. ‘Het land van Gabriël’ is nog goed herkenbaar sinds het geschilderd werd.
olieverf op doek, 29 x 47 cm
legaat van de heer J.B.A.M. Westerwoudt, Haarlem
Tot halverwege de 19e eeuw bleef de trekschuit de populairste vorm van openbaar vervoer in Nederland. Dankzij een uitgebreid netwerk van trekvaarten door de vlakke, waterrijke delen van Nederland, kon er eenvoudig en goedkoop gereisd worden. In een zwaaikom, een verbreding van het vaarwater, zoals hier in de trekvaart tussen Den Haag en Leiden, kon een te breed schip met veel stuurmanskunst ‘zwaaiend’ gekeerd worden.
olieverf op paneel, 40 x 50 cm
Vanaf eind jaren vijftig van de 19e eeuw werkte Willem Roelofs veel in polders ten zuiden van Amsterdam. Het riviertje het Gein (tussen Abcoude en Driemond) was, net als later bij Piet Mondriaan, favoriet. Roelofs had een goed oog voor de natuur en was een meester in het verbeelden van wolkenluchten en de weerspiegeling ervan in het water. De schoonheid van dit landschap was al begin 20e eeuw reden om voor het behoud op te komen. Schilderijen als deze hebben zeker bijgedragen aan de roep om behoud. Inmiddels zijn enkele delen van het riviertje beschermd natuurgebied.
olieverf op doek, 45 x 68 cm
legaat van de heer J.B.A.M. Westerwoudt, Haarlem
Door eeuwenlange turfwinning en afkalving ontstonden bij Loosdrecht grote watervlaktes. Een product van menselijke activiteit dus! De rietkragen, vergezichten en de weerspiegelingen in het water maakten deze plassen voor Willem Roelofs tot een ideale omgeving. Volgens het opschrift ‘effet de matin’ schilderde hij dit werk in de vroege morgen. Hij heeft het waterlandschap en de voorbij varende roeiboot in prachtig ochtendlicht op doek vastgelegd.
olieverf op doek op paneel
30 x 45 cm legaat van de heer C.D. Reich
Een historisch moment: Het schip De Eendraght keert terug van een ontdekkingsreis naar Kaap Hoorn.
Rond het schip zeilen het Statenjacht en andere schuiten. Een levendig tafereel uit 1617 met veel schepen voor het dorp IJsselmonde, bij Rotterdam. Na de val van Antwerpen in 1585 maakten de Noordelijke Nederlanden handig gebruik van de ligging aan rivieren en de zee. Een bloeiende economie was het gevolg. In 1591 verhuisden de ouders van Aert Anthonisz. van Antwerpen naar Amsterdam. Daar werd hij beroemd.
Ooit hing dit schilderij van Anthonisz. in het bekende kunstkabinet van boterhandelaar Sybren Bos uit Harlingen.
In 1888 werd zijn kunstcollectie geveild en kwam onder meer dit schilderij in het bezit van het Rijksmuseum.
olieverf op paneel, 42 x 80 cm
Aert van der Neer had een voorliefde voor gefantaseerde rivieren in het Nederlandse landschap bij schemering en maneschijn. In dit wintergezicht steekt het leven op het ijs in de voorgrond kleurrijk af tegen de grijsblauwe verte, waar rivier en lucht samenkomen. IJsvermaak voor jong en oud, arm en rijk. Van der Neer kon niet leven van de opbrengst van zijn schilderijen en stierf in armoede.
De Hermitage in Sint-Petersburg heeft veel werk van hem. Het Rijksmuseum bezit elf schilderijen van Van der Neer.
olieverf op paneel, 51 x 66 cm
In het uitgestrekte rivierlandschap zijn aan de horizon twee kerktorens en een molen te zien. Aan de oevers hangen fuiken te drogen en in het midden wordt de vangst door de visser binnengehaald. Het verstilde landschap kan ieder moment worden opgeschrikt door een schot van de jager. Velduil en grutto legden al het loodje.
olieverf op paneel, 24 x 33 cm
Met veel gevoel voor sfeer en drama, én met bravoure schilderde Rotterdammer Hendrick Sorgh zeilschepen op de Maas in zwaar weer. De overhellende schepen ver weg en dichtbij, de wit oplichtende schuimende golven onder een imposant dreigende lucht met grote donderkoppen laten niets aan de verbeelding over. De Maas is een rivier om rekening mee te houden.
Hoe indrukwekkend ook op een schilderij, rivieren hebben in het verleden complete dorpen weggespoeld. En in onze tijd heeft Nederland door klimaatverandering opnieuw te kampen met overstromende rivierbeddingen, die dorpen en steden bedreigen.
olieverf op paneel, 48 x 65 cm
legaat van L. Dupper Wzn., Dordrecht
Onderweg tijdens zijn vele reizen, schetste Jan van Goyen alles wat hem beviel en bruikbaar was in zijn schilderijen. Zoals gebruikelijk in de 17e eeuw plaatste hij topografische details zonder blikken of blozen in een imaginair landschap. Herkenbaar is de toren van Saint Pol, onderdeel van kasteel Batestein in Vianen.
Veel aandacht is er voor een imposante wolkenlucht en tal van verhalende details, zoals een boer die koeien melkt op de oever en het vervoer van mensen – en zelfs een koetsje met paard – over het water.
olieverf op paneel, 65 x 97 cm
schenking van mevrouw S. van Embden Bonnist, Mamaroneck
Jeronymus van Diest was een navolger van schilder Jan van Goyen. Het schildersvak leerde hij van zijn vader, de zeeschilder Willem van Diest.
Jeronymus van Diest woonde en werkte zijn hele leven in Den Haag, waar hij actief was in de burgerwacht en het gilde. Op dit schilderij met afgeladen veerpont op een brede, trage Hollandse rivier heerst een vredige rust.
olieverf op paneel, 32 x 37 cm
schenking van de heer H.J. Pfungst, Londen
Het was de schilder niet te doen om een topografische juiste weergave. Droochsloot wilde de bedrijvigheid op beide rivieroevers etaleren. Zigzaggend van links naar rechts toont hij een veelheid aan details, verhalen en kleine anekdotes.
olieverf op paneel, 57 x 87 cm
legaat van A.A.M. Sträter, Amsterdam
Op de IJssel bij Deventer varen roeiboten en zeilscheepjes. Rechts zijn enkele huizen en een kerktoren tussen de bomen te zien, in de vage verte de contouren van de stad met de markante St. Nicolaaskerk. De riviergezichten van Salomon van Ruysdael vormen een visuele lofzang op de vanzelfsprekendheid waarmee Nederlanders met het water omgaan.
olieverf op doek, 110 x 151 cm
schenking van de heer H.W.A. Deterding, Londen
Willem Roelofs was een groot liefhebber van de natuur. Behalve schilder, was hij ook specialist in snuitkevers. In het buitenland kreeg hij altijd heimwee naar het Hollandse water en land.
olieverf op doek op paneel, 25 x 46 cm
legaat van de heer en mevrouw Drucker-Fraser, Montreux
Vincent van Gogh werd geraakt door de ‘knollen’ die hij op een voorstelling van zijn leermeester Mauve zag. Aan zijn broer Theo schreef hij: “Ze moeten straks de zware schuit nog ’t laatste endje slepen […] – Eventjes stilstaan, ze hijgen, ze zijn bezweet maar […] ze klagen niet – over niets.”
olieverf op doek op paneel
29 x 45 cm schenking van G.P. Rouffaer, Deventer
Hoewel voorbestemd om zakenman te worden, ontwikkelde Hendrik Willem Mesdag zich tot een vooraanstaand kunstenaar, verzamelaar en voorman van de Haagse School. Hij schilderde voornamelijk zeegezichten en het leven van Scheveningse vissers.
Tot 1903 had deze kustplaats geen haven en vertrokken vissersschepen vanaf het strand. Mesdag huurde er een kamer met uitzicht op zee. Zijn schilderij laat het moment zien waarop de schepen nog voor anker liggen en gereed worden gemaakt voor vertrek. Op het strand verzamelen de vissersvrouwen zich om hun mannen en zonen uit te zwaaien.
olieverf op doek, 116 x 80 cm
schenking van de heer en mevrouw Drucker-Fraser, Montreux
Isaac Israels is de schilder van het dagelijks leven in de grote stad, de winkels, de modeateliers, de cafés. Hij schilderde portretten, naakten en strandtaferelen. Israels wordt wel beschouwd als de belangrijkste impressionistische schilder van Nederland.
De jonge vrouw op dit schilderij is ons onbekend.
olieverf op karton, 61 x 45 cm
legaat van de heer en mevrouw Drucker-Fraser, Montreux
Ezeltje rijden was een geliefd tijdverdrijf aan het strand van Scheveningen. Rond 1820 kwam in deze eerste Nederlandse badplaats het toerisme voorzichtig op gang met een klein badhuis. Na de opening van het Kurhaus in 1885 groeide Scheveningen uit tot een mondaine badplaats.
olieverf op karton, 46 x 61 cm
legaat van de heer en mevrouw Drucker-Fraser, Montreux
Esselens was een Amsterdamse handelaar in zijde en fluweel. Hij had diverse wevers in dienst en reisde door heel Europa. Als schilder was Esselens autodidact. Op de voorgrond van zijn schilderij kopen een man en een vrouw vis op het strand.
olieverf op doek, 42 x 51 cm
Een bomschuit is een schip dat kan landen op het strand. Scheveningen had nog geen haven toen Maris dit schilderde. De schuit vormde voor Maris haast een excuus om zich te kunnen uitleven in het schilderen van lucht en water. Het schilderij ontstond in zijn atelier, waar de kunstenaar stabiele werkomstandigheden had. Zijn stelling luidde: “Men moest wel overdrijven om de macht der kleuren te leeren kennen.”
olieverf op doek, 101 x 90 cm
schenking van mevrouw W.C.S. Drucker - de Koning, Den Haag
In de schetsmatig weergegeven branding van de Noordzee vissen twee mannen met schepnetten op schelpen. Hun vangst wordt verzameld in de gereedstaande karren. De schelpen waren bestemd voor de kalkbranderijen waar ze in flesvormige kalkovens werden gebrand tot schelpkalk. Deze kalk werd gebruikt in de bouw.
olieverf op doek, 115 x 128 cm
schenking van de heer en mevrouw Drucker-Fraser, Montreux
Met rake verfstreken is het Noordzeestrand geschilderd. Strand en water gaan haast naadloos in elkaar over en op de scheiding van beide oefent een schelpenvisser zijn vak uit.
Met krachtige halen vist de man de schelpen uit de branding, om ze daarna in zijn gereedstaande kar te gooien.
olieverf op doek, 49 x 91 cm
schenking van de heer en mevrouw Drucker-Fraser, Montreux
Jan Toorop schilderde graag in Domburg op het strand. Hij zei hierover: “De zee en het strand doen me altijd denken aan mijn land van herkomst. Als kleine jongen speelde ik op het strand van Java met mijn broer en zuster. Onze moeder heeft ons zwemmen geleerd.
In Domburg herinnerde ik me soms ook die beelden.” (Henny van Kesteren: Een bevlogen Javaan, 2016; p.119)
In veel kustplaatsen werden de schelpen opgevist in de branding van de zee voor de kalkwinning. In Domburg verkocht de schelpenvisser zijn schelpen aan boeren die hiermee hun erf verhardden.
olieverf op doek, 40 x 32 cm
schenking van de heer en mevrouw Kessler - Hülsmann, Kapelle op den Bosch
Volgens Joost Zwagerman maakte Weissenbruch geen landschappen maar ‘luchtschappen’. Weissenbruch beweerde zelf ooit dat de wolkenluchten in zijn schilderijen ‘een ding onder de dingen’ is.
Op dit kleine schilderij is de Hollandse kust van 150 jaar geleden te zien: een strook zand, een streep zee en heel veel wolken. Geen badgasten, wel een visser.
olieverf op paneel, 18 x 25 cm
legaat van mevrouw T.L. Laue - Drucker, Den Haag
Wijnand Nuijen is een buitenbeentje in de Nederlandse kunstgeschiedenis. Een schilder met een romantische inslag, die heel jong stierf. In zijn tijd werd hij als zeer veelbelovend beschouwd. Zo kocht Koning Wilhelm II zes schilderijen van Nuijen.
olieverf op paneel, 62 x 84 cm
De saluutschoten van het linieschip rechts, zullen bij de Zuidertoren in de stad te horen zijn. Voorname heren op een statenjacht roken een Goudse pijp.
Het glas wordt geheven, misschien op de aankomst van het drukbevolkte koopvaardijschip. De Nederlandse vlag wappert pontificaal in het midden. Een jongen in een sloep lijkt verrast door een school tuimelaars voor de kust.
Haring bracht Enkhuizen grote welvaart en was tevens belangrijk voedsel voor de dolfijnen die in de Zuiderzee leefden. De schilder heeft zijn handtekening gezet op een sloep: ‘A. Storck’.
Abraham Storck was een collega van Ludolf Bakhuysen. Hij woonde in de Tuinstraat in de Amsterdamse Jordaan.
olieverf op doek
86 x 118 cm
Mesdag is de onbetwiste meesterschilder van de Noordzee. Zijn liefde voor de zee bloeit op in 1868 tijdens een verblijf op het Duitse Waddeneiland Norderney.
Vanaf dat moment zullen stranden zeegezichten tot de voornaamste onderwerpen van zijn schilderijen behoren. Wanneer hij zijn internationale reputatie als schilder vestigt, verklaart hij vol trots: “De zee is mijn.”
olieverf op doek, 123 x 98 cm
schenking van M.C. barones van Lynden - van Pallandt, Den Haag
Een woelige zee met stormachtige lucht sprak de 19e-eeuwse Nederlander sterk aan. De strijd tegen het water was dé constante in de vaderlandse geschiedenis. De scheepvaart was de trots van de natie. Johannes C. Schotel uit Dordrecht legde zich volledig toe op het schilderen van schepen op zee. Hij was zelf ook zeezeiler. Op het reusachtige schilderij is links een oorlogsschip te zien, op de voorgrond een Blankenbergse schuit.
De schilder heeft zijn naam rechtsonder op de achtersteven van de kotter gezet: ‘J.C. Schotel’.
olieverf op doek, 160 x 220 cm
Deze watersnoodpenning herdenkt het dramatische verloop van de watersnoodramp in Zuidwest-Nederland op 1 februari 1953.
Op 6 november 1953 werd het laatste stroomgat bij Ouwerkerk op Schouwen-Duiveland gedicht. In Nederland waren 1836 doden te betreuren. De ramp leidde tot de aanleg van de Deltawerken.
inscriptie voorzijde: 1 FEB. ’53;
inscriptie keerzijde: 6 NOV. ’53 IJP
Ludolf Bakhuysen was een van de meest populaire zeeschilders in de Republiek. Hij laat de Nederlandse vlag fier wapperen op het oorlogsschip. De vlag is een medium voor identificatie, typisch Nederlands. In de schilderkunst van andere Europese zeemachten zoals Venetië, Spanje en Engeland is de vlag veel minder prominent aanwezig.
olieverf op doek, 68 x 81 cm
bruikleen van de gemeente Amsterdam (legaat A. van der Hoop)
Op de rede van Texel wachtten schepen vanuit het Zuiderzeegebied op gunstige wind om uit te zeilen. Schepen met een te grote diepgang sloegen hier de goederen over op schepen die meer geschikt waren voor de ondiepe Zuiderzee. De Gouden Leeuw was een van de schepen op de rede. Op de voorgrond zijn militairen en burgers te zien.
olieverf op doek, 92 x 140 cm
Petrus J. Schotel is de zoon van de bekende zeeschilder Johannes C. Schotel. Petrus Johannes is naast schilder ook tekeninstructeur voor het Koninklijk Instituut voor de Marine in Medemblik. Met zijn ervaring kan hij de zeilen overtuigend weergeven. Je kunt ze bijna horen klapperen in de wind.
Links is een vissersscheepje afgebeeld, waarmee de ansjovisvissers uit Bergen op Zoom in de 19e eeuw voeren.
olieverf op doek, 73 x 91 cm
Pieter Mulier was gespecialiseerd in het schilderen van zeegezichten met woeste golven en dreigende luchten. Rechts drijft een zeeton in het water die de vaargeul markeert. In de mast van het schip wappert de vlag van de stad Hoorn dat destijds aan de Zuiderzee lag.
De storm geeft Mulier de gelegenheid om met donkere dreigende luchten de dramatiek in zijn schilderij te vergroten. Dit zal vast hebben geholpen bij de verkoop van zijn doek, want dramatische zeegezichten waren geliefd in de Gouden Eeuw.
olieverf op paneel, 39 x 60 cm
De alledaagse bedrijvigheid op het water is hier levendig weergegeven. Mannen in een sloep weerstaan de deining van de golven als ze aanmeren bij het havenhoofd. Vissersschepen varen af en aan. Een sloep vaart naar een retourvloot. Op een koopvaardijschip wordt het grootzeil binnengehaald. Er staat een straffe wind; zeilen en vlaggen klapperen, de golven slaan schuimend tegen de schuine boeg. De schilder koos het gezichtspunt zo, dat het lijkt of wij erbij zijn op het water.
olieverf op paneel, 29 x 37 cm
legaat van jhr. J.S.H. van de Poll, Amsterdam
Willem van de Velde (II) werkte aanvankelijk in Amsterdam, stad van vele zeeschilders. Met zijn vader vertrok hij in 1672 naar Engeland, waar hij aan het hof van de Engelse koning flink kon verdienen. Er hangen meer werken van Van de Velde in Engelse paleizen en musea dan in Nederland.
olieverf op doek, 37 x 46 cm
bruikleen van de gemeente Amsterdam (legaat A. van der Hoop)
Zeegezichten hadden in de 17e eeuw vaak een symbolische betekenis.
Schilderijen van schipbreuken en stormen verwezen naar de nietigheid van de mens en het gevaar op zee. Een schilderij van een kalme zee of een rustig havengezicht stond daar tegenover voor een behouden thuiskomst.
olieverf op paneel, 35 x 30 cm
Het schilderij werd door Matthias Withoos geschilderd naar aanleiding van een dijkdoorbraak nabij het Noord-Hollandse dorp Schardam. Het schilderij toont de herstelwerkzaamheden aan de doorgebroken dijk. Voor zover bekend is dit het enige 17e-eeuwse schilderij dat dergelijke werkzaamheden toont.
De dijk brak over een lengte van ongeveer 120 meter door. In plaats van de dijk opnieuw rechtdoor te trekken werd er voor gekozen om de dijk rondom de kolk aan te leggen.
De opdracht om de herstelwerkzaamheden aan de Zuiderzeedijk vast te leggen, kreeg Withoos in 1675. Opdrachtgever was Jacob van Foreest, die als ingeland en lid van de Gecommitteerde Raden van Westfriesland en het Noorderkwartier mede verantwoordelijk was voor het dijkherstel na de Allerheiligenvloed van 1675.
Collectie Westfries Museum. Aankoop met steun van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, De Nederlandse Waterschapsbank, Hendrik Muller's Vaderlandsch Fonds, Kerkmeijer-de Regt Stichting en Vrienden van het Westfries Museum.